Schuurtje

Schuurtje

Bij ons in de buurt staat een schuurtje. Een vervallen ding, overeind gehouden door de struiken die er in groeien en door de planken heen naar buiten steken. Wat schapen grazen er omheen. Er staat een verroeste drinkbak. Een rotzooi is het er eigenlijk. Een schuurtje waarover je je na elke storm weer verbaast: het is een wonder dat hij er nog staat. Een lelijk ding ook.

Maar laatst fietste ik er langs in de avondzon. Lange schaduwen lagen over het lome land. De lucht kleurde blauw, met daarin een sprankje geel. De ruggen van schapen lichtten op in het niemandsland tussen schaduw en zonlicht. En daarachter stond dat lelijke schuurtje. Prachtig nu. De afgebladderde houten planken kleurden door het zonlicht bijna net zo bleek als de schapen. De bomen en struiken rondom staken juichend af tegen de lucht. Het warme licht kon je bijna in drinken. Is dit wat Psalm 19 beschrijft?

‘De hemel vertelt Gods eer,

het gewelf verkondigt het werk van Zijn handen.

De ene dag spreekt overvloedig tot de andere,

de ene  nacht geeft kennis door aan de andere.

Geen spreken in er, geen woorden zijn er,

Hun stem wordt niet gehoord…’

En dat schuurtje nú: wat een schitterend bouwval! Toch is dit dezelfde schuur als dat lelijke ding. Het mooie ervan ligt duidelijk niet in de schuur zelf, maar in wat hem beschijnt. Door het warme zonlicht zie ik hem opeens letterlijk in een ander licht. Zoals Psalm 19 ook even later beschrijft: iets van Gods grootheid wordt verwoord door de zon en ‘niets is verborgen voor zijn zonnegloed’.

Precies als dat schuurtje is ons leven ook. We staan overeind, maar wel met de nodige kieren. We zien zelf maar al te scherp onze lelijke eigenschappen die we de kans geven om flink in ons te groeien. En om soms tussen de planken door naar buiten te steken. We kunnen af en toe anderen wel te drinken geven, maar het is uit een verroeste drinkbak. We zijn rijp voor de sloop.

En toch… En toch is dit niet het hele verhaal. Want beschenen door de zon staan wij letterlijk in een ander licht. Beschenen door Gods genade is ons leven opeens een schitterende ruïne. Niet omdat onze lelijke gewoonten opeens niet weerzinwekkend meer zijn, maar omdat God ze glans geeft. Omdat we ze mogen zien in het milde avondlicht van Gods genade.

De hemel vertelt Gods eer…

Geen spreken is er, geen woorden zijn er,

Hun stem wordt niet gehoord.

Maar toch…

Wanneer stierf de Here Jezus?

Wanneer stierf de Here Jezus?

Een vraag is gemakkelijk gesteld, maar het beantwoorden is soms ingewikkeld. Dat is ook het geval met de vraag uit de titel van dit artikel: wanneer stierf de Here Jezus eigenlijk? Een oppervlakkig antwoord is gemakkelijk: Hij stierf tijdens het Paasfeest rond het jaar 30 na Chr. Wanneer je een specifieker antwoord wilt geven, wordt het echter een heel stuk ingewikkelder. Ik welk jaar stierf Hij dan precies? En op welke dag in de week? Is de traditionele datering, waarin men spreekt over ‘Goede Vrijdag’ als moment van sterven ook vanuit de Bijbel te onderbouwen, of vond de kruisiging misschien op een andere dag plaats? En op welke dag van de Paasfeest-week vond de kruisiging precies plaats? Het Paasfeest werd in de eerste eeuw na Chr. immers niet op een zondag gevierd, zoals dat in de kerkelijke traditie gebruikelijk is geworden. Het feest duurde een week.

Al deze vragen hangen met elkaar samen en de beantwoording is zeer ingewikkeld. Dat komt omdat de dagen in het Jodendom anders geteld werden dan bij ons (van zonsondergang tot zonsondergang); omdat sleutelteksten in deze discussie op meerdere manieren geïnterpreteerd kunnen worden en elkaar ogenschijnlijk tegen lijken te spreken; en omdat we niet altijd meer kunnen nagaan wat in de eerste eeuw na Chr. de Joodse gebruiken rond het Paasfeest waren.

In dit artikel wil ik eerst duidelijk maken waar de moeilijkheden precies liggen. En daarna: welke mogelijke interpretaties er zijn en welke daarvan mij het waarschijnlijkst lijkt.

Download het artikel hier:

Leef! – Expositie in Ev. Gem. De Brandaris – Rotterdam

Leef! – Expositie in Ev. Gem. De Brandaris – Rotterdam

Binnenkort wordt er door christelijke kunstenaars een expositie verzorgd in Evangeliegemeente De Brandaris in Rotterdam. Mij werd gevraagd om mee te doen en dat doe ik natuurlijk graag! Het thema van de schilderijen moest aansluiten bij het jaarthema van de gemeente: Leef!

Leef! Wat past daarbij? Voor mij heeft echt leven te maken met onbezorgdheid, spontaniteit, vrijheid, en ongecompliceerdheid. En wat ik daar het beste bij vond passen zijn kinderen.

Nog niet zo lang geleden bracht ik mijn zoontje van (toen nog) acht jaar naar bed. We wilden gaan bidden voor het slapengaan en ik vroeg hem waar hij voor wilde danken. ‘Waar ben je blij om?’ vroeg ik. En toen zei hij: ‘Dat ik besta!’ Dat is nog eens genieten! Prachtig is dat.

Kinderen stellen nog geen moeilijke vragen. Ze tobben niet, maar spelen. Kunnen helemaal in iets opgaan. Zo kwam diezelfde zoon van mij (inmiddels negen) pas geleden echt véél te laat thuis. Nu zijn we niet zo snel in paniek en in een rustig dorp als waar wij wonen, maak je je niet zo snel ongerust. Bovendien was hij samen met een vriendje op pad. Maar goed, het werd later en later en op een gegeven moment werden we wél ongerust. Wat bleek? Zij hadden ergens een loslopende hond ontdekt en waren druk in de weer geweest om het baasje van die hond weer op te sporen. ‘Ik wist niet dat het al zo laat was…’ Ze hadden er geen idee van dat de zon al bijna onder was…

Kinderen zijn zorgeloos en ze vertrouwen. Niet voor niets wil God dat wij op Hem – Die hét Leven is – vertrouwen als een kind. Dat we onbezorgd nieuwe dingen ontdekken en ervan genieten dat we mogen bestaan. Ervan genieten dat Hij ons gemaakt heeft en ons nooit los zal laten. Als een kind leven we écht.

Daarom heb ik vier schilderijen ingeleverd met kinderen daarop. Het bovenstaande schilderij is er één van. Een olieverfschilderij (50x70cm) van mijn jongste zoon (ja, die uit het verhaal hierboven), samen met een vriendje aan de Loire in Frankrijk. Druk bezig met hun nieuwe hobby: vissen! Ook zo’n hobby waarbij ze de tijd nogal eens vergeten… Voor ouders niet altijd handig, maar ach. Bij genieten en écht leven hoort dat, denk ik…

Schrijven op de grond – (Johannes 7:37-8:11)

Schrijven op de grond – (Johannes 7:37-8:11)

Het was druk in Jeruzalem tijdens het Loofhuttenfeest. Overal waren mensen. Alle herbergen waren vol en tot in de wijde omtrek overnachtten mensen, soms gewoon in de open lucht. De najaarszon verlichtte de gevels en de warmte werd weerkaatst op de dringende menigte in de straten. Mensen leidden schapen en ander vee tussen de drukte door. Anderen hadden een tiende deel van de opbrengst van hun land bij zich, gewisseld in geld, om dat naar de tempel te brengen. De vreugde was op ieders gezicht af te lezen. Hier en daar was een opstootje, maar over het algemeen was iedereen goedlachs. Het was immers feest en het ongerief dat hoort bij dringende mensenmassa’s nam men op de koop toe.

De Joodse historicus Flavius Josefus sprak over miljoenen mensen die tijdens de feesten in Jeruzalem waren. Misschien overdreef hij de aantallen een beetje, maar ze moeten gigantisch zijn geweest.

Op de laatste dag van het feest was er een gedrang van jewelste rond de tempel. Dit was dé grote dag van het feest. Een van de priesters bracht gouden schalen met water uit de bron Siloam. Dit water werd vervolgens in een bassin aan de voet van het altaar gegoten door de hogepriester. Het ritueel begeleidde een gebed om regen en symboliseerde Gods belofte dat Hij de Israëlieten aan het einde der tijden zou verlossen en Zijn Geest over hen zou uitgieten. Volgens Jesaja 12 zouden zij dan een loflied voor de Here zingen en “water putten uit de bron van de redding”. Gods redding werd dan ook bezongen tijdens het jaarlijkse Loofhuttenfeest. Trompetten werden daarbij geblazen, Levieten zongen het Hallel (Ps. 113-118) en een dansende menigte wuifde met palmtakken. Het slot van het Loofhuttenfeest moet een geweldig feestgedruis hebben betekend. Volgens de Joodse Misjna had iemand die deze ceremonie nog nooit in zijn leven had meegemaakt, dan ook nog nooit echte vreugde gezien…

Op de dag dat deze waterceremonie plaatsvond, was ook de Here Jezus in de tempel aanwezig. Sommigen hadden Hem al gezocht. Enkele maanden eerder was Hij namelijk ook in Jeruzalem geweest. Iedereen had versteld gestaan van de dingen die Hij zei en van de autoriteit waarmee Hij sprak. Omdat tijdens de feesten vele gelovige Joden naar Jeruzalem optrokken, hoopten velen Hem nu weer aan te treffen. Aan het begin van de feestweek had Jezus zich echter verborgen gehouden. Na enkele dagen was Hij openlijker gaan preken en ook nu was Hij in de tempel.

Terwijl elders de gouden schalen aan de voet van het altaar werden leeggegoten, ging Jezus staan op een plaats waar velen Hem konden zien en riep luidkeels: “Laat wie dorst heeft bij mij komen en drinken! Rivieren van levend water zullen stromen uit het hart van wie in mij gelooft”. Johannes voegt ter verduidelijking toe: “Hiermee doelde Hij op de Geest die zij die in Hem geloofden zouden ontvangen”. Dit optreden van de Here Jezus was een duidelijk statement. Het ritueel in de tempel symboliseerde de redding die God aan Zijn volk zou geven en symboliseerde de uitstorting van de Heilige Geest. Jezus maakte nu duidelijk dat die redding bij Hem te vinden was. Ieder die in geloof naar Hem zou komen, zou ook met Gods Geest worden vervuld. De Here Jezus zou de redding brengen waar de ceremoniën in de tempel naar uitzagen.

Jezus bracht hiermee grote opschudding. Sommigen waren diep onder de indruk, maar anderen waren woedend. Waarschijnlijk omdat zij vonden dat de heilige tempeldienst in hun ogen beledigd werd door de woorden van Jezus. In deze wisselende gemoedstoestanden ging iedereen uiteindelijk naar huis. Jezus was inmiddels naar de Olijfberg gegaan om daar de nacht door te brengen.

De volgende ochtend was Jezus weer in de tempel. Een dag begint in de Joodse kalender in de avond, en ik vermoed daarom dat deze morgen nog steeds bij de grote dag van het Loofhuttenfeest hoorde. Jezus leerde. Waarschijnlijk stonden er deze keer nog veel meer mensen om Hem heen dan de dagen daarvoor, nu Hij de vorige avond zoveel commotie had veroorzaakt. Sommigen waren nieuwsgierig. Anderen zullen eens hebben willen horen “hoe erg het wel niet was” wat deze rabbi durfde te beweren. Ook zullen er mensen naar Hem toe zijn gegaan in de gespannen verwachting dat bij Hem het ware heil te vinden was. Het was daarom druk. Iedereen verdrong zich om zoveel mogelijk van de de woorden op te vangen die deze rabbi leerde. Degenen die het verst afstonden draaiden geconcentreerd hun oor naar Jezus toe om te kunnen verstaan wat er gezegd werd. Eén van hen werd op de schouder getikt: “Is Jezus van Nazareth daar? Mogen wij er langs? Het is belangrijk!” en nog voor hij kon antwoorden, werd hij aan de kant geduwd.

Een groep Schriftgeleerden en Farizeeën was het. Zij kwamen uitdagend aangestapt. De eersten maakten in de kring de weg vrij naar Jezus en een aantal anderen sleepten en duwden een vrouw met zich mee. Ze huilde. Haar gezicht zat onder het stof dat plakte aan haar bezwete gezicht. Haar haar was verward. Haar kleding slordig, alsof ze zich in grote haast had aangekleed. Ruw werd ze door de Farizeeën voor Jezus geplaatst, in het midden van de kring. Aan de gezichten van de mannen die haar gebracht hadden was afkeer te zien. De kring van mensen werd nieuwsgierig stil. De achtersten stonden op hun tenen om te zien wat er zou gebeuren.

Enkele mannen namen het woord: “Meester, deze vrouw is op heterdaad betrapt toen ze overspel pleegde. Mozes draagt ons in de wet op zulke vrouwen te stenigen. Wat vindt u daarvan?”. Nu staat er dat zij Jezus op de proef wilden stellen om Hem aan te kunnen klagen. Blijkbaar verwachtten ze dus dat Jezus het voor deze vrouw zou opnemen en tegen de wet van Mozes in zou gaan. Waarom dachten ze dat? Waarschijnlijk was een eerdere genezing door Jezus daar de oorzaak van. In Johannes 5 wordt beschreven dat Jezus enkele maanden daarvoor (waarschijnlijk tijdens het Paasfeest) een man genas op de sabbat. Tijdens het Loofhuttenfeest werd nog steeds over deze genezing gesproken (Joh. 7.21-24). De oudtestamentische geboden zeggen niets over het al dan niet mogen genezen op de sabbat, maar volgens de traditie die de Farizeeën in ere hielden was het genezen van zieken op de sabbat taboe, tenzij iemands leven in gevaar was. (De Joodse sekte van de Essenen was hierin waarschijnlijk nog strikter. De Essenen geloofden dat artsen ook in levensbedreigende situaties niets mochten doen op de sabbat). Bij deze genezing was geen levensgevaar geweest, en de meningen waren daarom verdeeld of Jezus de man had mogen genezen.

In hedendaagse commentaren zijn de meningen hierover nog steeds verdeeld. Mijns inziens overtrad de Here Jezus bewust de traditie van de Farizeeën om te laten zien dat deze traditie soms haar doel voorbijschoot. Ze was ontstaan om Gods wil zo zorgvuldig mogelijk te doen, maar ze werd door de Farizeeën gehouden als een doel op zichzelf. Wanneer ze zodoende al te strikt werd toegepast werd ze daarmee soms liefdeloos. Anderzijds bevestigde de Here de Bijbelse bedoeling van het sabbatsgebod juist door op sabbat te genezen. De sabbat moest een dag zijn van bevrijding, waarop Gods verlossing werd herdacht. Het was daarnaast een dag waarop men stil mocht staan bij Gods komende Koninkrijk waarin ziekten zouden moeten wijken. Ik vermoed dat Jezus daarom juíst op de sabbat genas om de betekenis van die dag te doen oplichten.
In elk geval was het opzij zetten van de traditie voor sommige Farizeeën een brug te ver geweest, en waarschijnlijk brachten ze nu deze vrouw bij Jezus om te zien of Hij niet alleen de traditie negeerde, maar misschien ook tegen de oudtestamentische wetten in zou gaan door de vrouw vrij te pleiten.

Wat de Here vervolgens deed, is fantastisch. Hij liet zich niet in de hoek duwen van de godsdienstige twisten van Farizeeën en Schriftgeleerden, maar gebruikte de situatie om hun hypocrisie aan de kaak te stellen. Want als je de geschiedenis leest, valt één ding direct op: waar is de man die vreemd is gegaan, in het hele verhaal? It takes two to tango, zou je zeggen. Waar is de man gebleven? Is hij ontkomen? Weinig kans op, lijkt me. De twee waren immers op heterdaad betrapt. Maar alleen de vrouw werd blijkbaar meegenomen om gestenigd te worden. De Farizeeën en Schriftgeleerden vonden de daad van de vrouw waarschijnlijk erger dan die van de man. Daarmee gingen zij mee met de Romeinse cultuur waarbij overspel van vrouwen streng werd bestraft, maar vreemdgaan van mannen oogluikend werd toegestaan. Ondanks hun ijver voor de wet, waren de Farizeeën op dit punt blijkbaar ook al aardig “geseculariseerd”. De wet van Mozes schreef immers heel duidelijk voor dat in situaties van overspel, de man én de vrouw gestraft moesten worden! (Lev. 20.10; Deut. 22.22-24). De mensen die Jezus klem wilden zetten in de hoop dat Hij zou zeggen dat de wet van Mozes niet gehouden zou hoeven worden, lazen die wet zelf dus behoorlijk selectief!

Mozes draagt ons in de wet op zulke vrouwen te stenigen. Wat vindt u daarvan?”. Verwachtingsvol keek iedereen naar Jezus. Alleen de vrouw staarde naar de grond. Wat zou deze rabbi op deze vraag zeggen? “Oordeelt met een rechtvaardig oordeel” had Hij pas nog geleerd. Was het rechtvaardig om deze vrouw te stenigen? En dan staan er die verbijsterende woorden: “Jezus bukte zich en schreef met zijn vinger op de grond”. Hij zweeg…

Stel je eens een hedendaagse politicus voor die door een journalist wordt klemgezet: “Uw politiek is allemaal leuk en aardig, maar wat zegt u op dit concrete geval? Blijkt hier niet uit dat uw plannen onhaalbaar zijn? (Enigszins drammerig:) Wat heeft u hierop te zeggen?!” – De camera switcht naar de politicus, het publiek richt het oog op hem. Hoe redt hij zich uit deze netelige kwestie? – Maar de man zwijgt…

Nu zijn er twee soorten van zwijgen. Een zwijgen waarbij de geïnterviewde niets meer weet te zeggen en eigenlijk verloren heeft. Zo’n zwijgen tekent de overwinning van de tegenstander. Het debat is door hem gewonnen en er wordt niets meer gezegd omdat er niets meer te zeggen valt. In de stilte wordt de triomf met trompetten geblazen en hoe langer de stilte, hoe harder de trompetten klinken… Er zijn ook stiltes die juist krachtig zijn. Degene die antwoord moet geven, zwijgt alvorens hij zijn tegenstander van repliek dient en in één klap al diens argumenten van tafel veegt. Dit is als een stilte voor de storm. Door te zwijgen, wordt de spanning opgevoerd, zodat wat daarná komt extra kracht krijgt.

Voor de Farizeeën en de omstanders was het waarschijnlijk niet helemaal duidelijk hoe zij het zwijgen van Jezus moesten interpreteren. Hij zweeg… bukte zich… en schreef… De Farizeeën bleven vragen, in de hoop dat Jezus geen antwoord zou hebben. Zij hoopten hun overwinning te kunnen verzilveren. Door hun aanhoudende vragen, wreven zij de stilte er extra in.

Denk je ook eens in hoe de vrouw die seconden moet hebben beleefd. Zij werd gebruikt in een strijd waar zij part noch deel aan had. Het ging niet echt om haar, maar zij zal ook aangevoeld hebben dat wanneer haar geval besproken werd in een dergelijk godsdienstig fanatieke sfeer er weinig hoop was op clementie. Als jouw geval als voorbeeld gesteld wordt van hoe op te treden tegen zondigheid, is er weinig hoop op redding! Denk je eens in dat Jezus vrijspraak bepleit had. Zou zij dan gered zijn? Natuurlijk niet. De Farizeeën zouden de “rechte leer” hebben benadrukt, haar gestenigd hebben en vervolgens Jezus beschuldigd hebben van dwaalleer. De hele geschiedenis was voor de vrouw slechts uitstel van executie en die paar seconden dat zij keek naar die schrijvende hand op de grond, waren voor haar waarschijnlijk de zwaarste uit haar leven.

De toeschouwers verdrongen zich. Wát schreef die rabbi daar? Gemompel. Onrust. Vragende blikken. En steeds die drammerige vraag: “Wat vindt u daarvan?”, terwijl de vrouw vertwijfeld naar de grond keek. En naar die hand…

Waarom schreef de Here eigenlijk op de grond? Het wordt door Johannes twee keer genoemd. Jezus bukte zich en schreef. Daarna richtte Hij zich op en sprak: “Wie van jullie zonder zonde is, laat die als eerste een steen naar haar werpen” en daarna bukte Hij zich weer en schreef weer op de grond. Het is opmerkelijk dat Johannes dit zo nadrukkelijk noemt, terwijl hij niet zegt wát Jezus nou precies schreef. Hierover worden door allerlei uitleggers suggesties gedaan, maar ik denk dat zij daarmee het punt missen waar het om gaat. Het is niet belangrijk wát Jezus schreef (anders had Johannes dat wel vermeld), maar het op de grond schrijven zélf was de boodschap.

Er is één plaats in de Bijbel waar ook op de grond geschreven wordt en dat is in Jeremia 17:13: “HEER, bron van Israëls hoop, wie U verlaten, zullen te schande staan, wie van U weggaan, zullen in het stof worden geschreven, want ze hebben de HEER, de bron van levend water, verlaten. Genees mij, HEER, dan zal ik gezond zijn, red mij, dan zal ik veilig zijn”.

Direct springt bij het lezen van deze tekst Jezus’ vergelijking van de vorige avond in het oog: Híj was de bron van leven water. Híj was de enige bron waar redding te vinden was en wie Hem verlieten zouden in het stof geschreven worden. Indirect was dit een veroordeling van de Farizeeën en Schriftgeleerden, die het toonbeeld waren van eigen gerechtigheid, maar niet beseften dat zij alleen genezen konden worden door genezing te vragen bij de Bron van levend water: de Heiland (heelmeester) Jezus. Zij wilden strikt de wet in ere houden, maar beseften niet dat zij daarbij aan de Wetgever voorbijgingen. Door het schrijven op de grond herhaalde de Here Jezus Zijn expliciete uitspraak van de avond daarvoor dat Híj de Bron van leven water was. Tevens maakte hij duidelijk dat de Farizeeën en Schriftgeleerden die Hem probeerden te vangen, degenen waren die in het stof waren geschreven omdat zij aan de Bron voorbij gingen waar heel de wet naar uitzag.

Na Jezus’ opmerking dat degene die zonder zonde was de eerste steen dan maar moest werpen, dropen allen af. De oudsten het eerst. De getuigen van het overspel hadden als eersten een steen moeten werpen, wanneer het tot steniging gekomen zou zijn. Maar ook zij verdwenen terwijl Jezus in het stof schreef. Eigenlijk versterkten Jezus’ woorden en Zijn handelen elkaar. Hij maakte duidelijk dat van alle omstanders niemand zonder zonde was, en allen in het stof geschreven zouden worden als zij aan Christus voorbijgingen.

Toen bleven alleen Jezus en de vrouw over. Jezus, die zonder zonde was en de vrouw, die waarschijnlijk tot op het bot doordrongen was van haar zondigheid. “Waar zijn ze? Heeft niemand u veroordeeld?” vroeg Jezus en uit het antwoord van de vrouw blijkt dat zij heeft ingezien dat Jezus de Bron van levend water was. Ze zei: “Niemand, Heer”. Hierop zei Jezus: “Ik veroordeel u ook niet. Ga naar huis en zondig nu niet meer”. Keurde Jezus hiermee haar overspel goed? Nee, Hij noemde het bij de naam: zondig nu niet meer. Er is echter vergeving voor hen die naar de Bron van levend water komen.

Wat kunnen jij en ik uit deze geschiedenis leren? Jezus maakt duidelijk dat Hij de Bron van levend water is. Hij is de enige weg tot de Vader. De genade van de Here Jezus is daarbij overvloeiend als een bron voor hen die in vertrouwen tot Hem komen. Maar de Here is bijzonder scherp tegenover hypocrisie. “Ga in uw oordeel niet op de schijn af, maar laat uw oordeel rechtvaardig zijn” zegt Hij in Johannes 7:24 en dat oordeel is alleen rechtvaardig wanneer jij en ik zien dat ook wij in het stof geschreven zijn, tenzij het stof door de Bron van Levend water wordt weggespoeld.

Vakantieschilderij

Vakantieschilderij

Wat is er meer ontspannen dan schilderen? Ik kan niet zo veel dingen bedenken. Dit schilderij heb ik vorige week gemaakt, op de camping in Fours (Frankrijk). Prachtig, zo’n gemaaid veld, waar de hele dag de blakende zon op staat. Onze tent stond onder een hoge eik, helemaal aan de rand van de camping. Onder de schaduw van die eik heb ik twee middagen geschilderd, met dit als resultaat.

Reinier Sonneveld, Het vergeten Evangelie – boekbespreking

Reinier Sonneveld, Het vergeten Evangelie – boekbespreking

Reinier Sonnevelds Het vergeten Evangelie is een pakkend geschreven, maar ook gevaarlijk boek. Sonneveld belicht aspecten van het Evangelie die in de kerkgeschiedenis minder aandacht hebben gekregen. Ook bestrijdt hij karikaturen van het evangelie. Als dát de kern van zijn boek zou vormen, zou het best een mooi boek zijn.

Er schuilt echter een addertje onder het gras: Sonneveld zet niet alleen karikaturen van het evangelie overboord, maar ook wezenlijke elementen uit het evangelie zelf. Zo wil hij het Bijbelse gegeven, dat de Here Jezus is gestorven om plaatsvervangend de straf te dragen voor onze zonden, uit het evangelie schrappen. Volgens Sonneveld zou die boodschap tot ver in de Middeleeuwen helemaal niet tot de christelijke boodschap hebben behoord. ‘Verzoening door voldoening’ zou pas later bedacht zijn en niet tot de Bijbelse boodschap behoren. Sonneveld heeft gelijk als het gaat over de karikatuur van ‘verzoening door voldoening’ die hij bestrijdt. Die karikatuur is inderdaad van later datum. Hij heeft echter volkomen ongelijk wanneer hij beweert dat de Here Jezus helemaal niet gekomen zou zijn om het oordeel te dragen over onze schuld. Die boodschap is niet alleen terug te vinden in de Bijbel, maar ook in de vroege kerk – dus ver vóór de Middeleeuwen. Sonneveld geeft daarom niet alleen onjuiste informatie, maar brengt een uitgehold evangelie. Hij belicht mooie en ware aspecten van de Bijbelse boodschap, maar gebruikt die om ándere Bijbelse waarheden weg te doen. Door te betogen dat Christus niet is gestorven om de straf die wij verdienen op zich te nemen, neemt hij een fundamenteel verkeerde afslag. Het evangelie dat hij brengt is een halve waarheid, dat door zijn eenzijdigheid wezenlijk anders is dan het Bijbelse evangelie.

Lees een uitgebreide boekbespreking hier:

Bradley Jersak, Zo Zoon zo Vader – boekbespreking

Bradley Jersak, Zo Zoon zo Vader – boekbespreking

Jersak bestrijdt in Zo Zoon zo Vader onbijbelse visies op de verzoening die de Here Jezus gebracht heeft. Vervolgens gooit hij echter het kind met het badwater weg, door te betogen dat God nooit oordeelt. Jersak brengt deelwaarheden als héle waarheden, waardoor hij tot conclusies komt die duidelijk strijdig zijn met de Bijbel. Daar waar hij dat zelf opmerkt, schrapt hij sommige Bijbelteksten als ‘niet Gods Woord’. Jersak laat daarmee zien dat de Bijbel voor hem in feite niet de hoogste norm is, maar moet wijken voor zijn eigen ideeën. Hoewel ik Jersaks motieven om dit boek te schrijven begrijp,  geloof ik dat de weg die hij inslaat een dwaalweg is. Lees hier een uitgebreide bespreking.

Gijsbert van den Brink laat zien dat het verzoenen van evolutie en christelijk geloof problematisch blijft

Gijsbert van den Brink laat zien dat het verzoenen van evolutie en christelijk geloof problematisch blijft

Recensie van Gijsbert van den Brink, En de aarde bracht voort. Christelijk geloof en evolutie, Boekencentrum, Utrecht, 2017.

Samenvatting:

Positief:

Professor Van den Brink heeft een sympathieke, heldere schrijfstijl. Hij laat helder zien welke consequenties het aanvaarden van de evolutietheorie zou hebben voor het christelijk geloof. Hij laat zien dat de notie dat mensen naar Gods beeld geschapen zijn, ook te handhaven is wanneer men de evolutietheorie zou accepteren. Ook laat hij zien dat het aanvaarden van de evolutietheorie niet hoeft te leiden tot het accepteren van een naturalistisch wereldbeeld.

Positief / negatief:

Van den Brink laat zien dat het geloof in Gods voorzienigheid logisch gezien gecombineerd kan worden met de evolutietheorie, al levert die combinatie ook ernstige problemen op rond vragen over Gods goedheid. Daarnaast laat Van den Brink helder zien dat het aanvaarden van de evolutietheorie tot gevolg heeft dat dierlijk leed NIET langer kan worden toegeschreven aan de zondeval en dus NIET langer kan worden gezien als menselijke schuld. Daarmee laat Van den Brink de traditionele christelijke verklaring los. Dat Van den Brink daar vrij luchtig over doet vind ik moeilijk te begrijpen.

Negatief:

Van den Brinks  conclusies over Gods voorzienigheid in combinatie met het accepteren van de evolutietheorie komen eng dicht bij de slotsom dat God het zeer omvangrijke dierlijke leed in deze wereld actief gewild zou hebben. Zijn ‘herinterpretatie’ van de zondeval is daarnaast mijns inziens niet goed met een orthodox christelijke Bijbelse boodschap te verenigen. Van den Brinks ‘herinterpretatie’ van de dood als gevolg van zonde is een omkering van de Bijbelse boodschap.Tot slot: Van den Brink pleit voor een ‘beperkt perspectivisme’ als hermeneutisch uitgangspunt. Dat uitgangspunt is echter problematisch  

 Conclusie: Van den Brink probeert op een helder beredeneerde manier het accepteren van de evolutietheorie te combineren met het vasthouden aan orthodox-christelijke waarden, maar slaagt daar slechts ten dele in.

Lees het gehele artikel

De Opstanding en begrafenisrituelen in de tijd van Jezus

De Opstanding en begrafenisrituelen in de tijd van Jezus

De Here Jezus werd na de kruisiging in een graf gelegd. Dat werd de meest bijzondere plaats uit de wereldgeschiedenis: op die plaats werd de dood overwonnen. De Here stond op uit het graf. Dat graf is vanwege de Opstanding waarschijnlijk het meest besproken graf dat er bestaat. In dit artikel wil ik echter niet stilstaan bij de Opstanding, maar bij het begraven zelf. Hoe ging dat in het Jodendom uit de tijd van de Heere Jezus? Lees verder.